
Wat is affectieschade?
"Weet je wel wat het betekent als je vrouw ineens in een rolstoel terechtkomt? Niet alleen voor haar maar ook voor mij, voor ons? Het leven dat we hadden, fietsen, wandelen, samen erop uit, dat is allemaal weg.". Dit zei een echtgenoot van een cliënte tegen mij toen we het over smartengeld hadden. Zijn vrouw was zwaargewond geraakt door een ongeluk. Zij had als slachtoffer recht op smartengeld, maar hij als echtgenoot niet. Terwijl ook hij verdriet had en de effecten van het ongeval voelde.
Gewond raken of overlijden door een ongeval of een misdrijf is erg ingrijpend. Niet alleen voor het slachtoffer zelf, ook voor zijn omgeving. Naasten doet het veel verdriet om hun geliefde pijn te zien lijden en worden ermee geconfronteerd dat hij/zij blijvend gehandicapt is. Nabestaanden hebben veel verdriet omdat hun geliefde is overleden.
Dit (immateriële) verdriet van naasten/nabestaanden van slachtoffers die door de fout van een ander zijn overleden of (blijvend) ernstig letsel hebben opgelopen, noemen we affectieschade. Het is een morele schadevergoeding.
Affectieschade is dus smartengeld met als verschil dat niet het slachtoffer hier recht op heeft, maar de mensen in zijn (directe) omgeving. De partij die aansprakelijk is voor het letsel van het slachtoffer, moet de affectieschade betalen.
Hoe is affectieschade nu geregeld?
In Nederland hebben naasten en nabestaanden momenteel geen wettelijk recht op een vergoeding van affectieschade. Zij kunnen dus geen geld eisen van de dader/aansprakelijke partij vanwege het verdriet dat zij hebben doordat hun geliefde gewond of dood is.
Op welke schadevergoeding hebben naasten en nabestaanden momenteel wel recht?
In Nederland hebben naasten en nabestaanden soms wel recht op een vergoeding van shockschade. Dit is echter niet hetzelfde als affectieschade. Recht op shockschade heeft een naaste/nabestaande wanneer:
- de naaste/nabestaande het ongeval ziet gebeuren of direct geconfronteerd wordt met de ernstige gevolgen hiervan (het confrontatievereiste);
- de naaste/nabestaande door deze confrontatie een hevige emotionele schok krijgt;
- en als gevolg daarvan geestelijk letsel oploopt.
Een voorbeeld van shockschade is de zaak van Maja Bradaric. Maja was zestien jaar toen zij op 17 november 2003 werd vermoord, waarna haar lichaam in brand werd gestoken. Haar ouders moesten na haar dood hun kind identificeren aan de hand van haar (verbrande) spullen. Maja's lichaam hebben ze niet gezien omdat het te erg verminkt was. Ze konden zich echter wel een voorstelling maken van wat er met Maja was gebeurd, ook vanwege alle media aandacht voor de moord. De rechter oordeelde dat de ouders ieder recht hadden op een bedrag van € 12.000,-- shockschade.
Het verschil tussen shockschade en affectieschade, is dat bij affectieschade geen sprake hoeft te zijn van een directe confrontatie met het ongeval en (aantoonbaar) geestelijk letsel, terwijl dat bij shockschade een voorwaarde is. Daarom hebben lang niet alle naasten/nabestaanden recht op shockschade.
Onder omstandigheden hebben nabestaanden wel recht op vergoeding van het inkomen dat het gezin mist doordat één van de ouders is overleden (overlijdensschade). Ook de begrafeniskosten kunnen ze soms op de aansprakelijke partij verhalen. Wanneer een kind ernstig gewond is geraakt, kunnen de ouders de kosten van verpleging en verzorging op de aansprakelijke partij verhalen. Dit zijn echter allemaal kosten die zien op materiële zaken en niet op vergoeding van verdriet en pijn van de achterblijvers.
Wat gaat er per 1 januari 2019 veranderen: het wetsvoorstel affectieschade
Per 1 januari 2019 zal affectieschade wel worden vergoed. De Eerste Kamer heeft op 10 april 2018 een wetsvoorstel aangenomen waarin affectieschade wordt geregeld. Op 1 januari 2019 treedt de wet in werking. Dat betekent dat wanneer na 1 januari 2019 iemand letsel oploopt door toedoen van een ander, naasten en nabestaanden affectieschade kunnen vorderen van de dader. Vanzelfsprekend moet dan wel voldaan zijn aan de voorwaarden die in de nieuwe wet staan.
Wie hebben recht op affectieschade?
Het wetsvoorstel stelt een aantal voorwaarden waaraan naasten en nabestaanden moeten voldoen voordat zij recht hebben op affectieschade:
1. er moet sprake zijn van ernstig of blijvend lichamelijk letsel of het slachtoffer moet zijn overleden;
2. voor dit letsel of overlijden is iemand anders aansprakelijk;
3. de naaste/nabestaande moet de partner, het kind of de ouder van het slachtoffer zijn of op een andere wijze een nauwe band met het slachtoffer hebben.
Er is in ieder geval sprake van ernstig of blijvend letsel (eerste voorwaarde) wanneer het slachtoffer voor 70% blijvend invalide is. Of dit het geval is, zal met medische gegevens moeten worden aangetoond door degene die de affectieschade claimt.
De tweede eis houdt in dat iemand anders aansprakelijk moet zijn voor het letsel of overlijden. Er moet dus een dader (bij een misdrijf) of aansprakelijke partij (bij andere ongevallen) zijn aan te wijzen. Dit kan het geval zijn bij allerlei soorten ongevallen en misdrijven: moord, verkeersongevallen, ongevallen op het werk (arbeidsongevallen), medische fouten, etc.
Er is sprake van een vaste kring van personen die recht hebben op affectieschade (derde voorwaarde). Iemand moet het kind van het slachtoffer zijn, of de partner of de ouder. Omdat ook andere mensen in de omgeving van het slachtoffer affectieschade kunnen hebben, is er ook een restcategorie opgenomen. Ook mensen die een nauwe band met het slachtoffer hebben kunnen een beroep doen op affectieschade. Denk bijvoorbeeld aan iemand die bij het slachtoffer in huis woont zonder dat hij/zij familie is. Degene die affectieschade claimt zal de band met het slachtoffer moeten aantonen. Wanneer iemand in de restcategorie valt, dan wordt onder meer gekeken naar de duur, de intensiteit en de aard van de relatie. Ook kan worden gekeken of de relatie in de toekomst zou hebben standgehouden.
Wanneer aan deze drie voorwaarden is voldaan, wordt ook gekeken of het slachtoffer zelf schuld heeft aan wat hem is overkomen. Wanneer bijvoorbeeld iemand invalide raakt door een verkeersongeval waarbij hij zelf geen gordel droeg, dan kan de rechter oordelen dat hij daarom zelf 10% van zijn schade moet betalen. Degene die hem aanreed moet dan 90% van de schade betalen. Wanneer zoiets zich voordoet, dan wordt ook op de affectieschadevergoeding een korting toegepast van 10%. De naaste/nabestaande heeft er dus ook last van als het slachtoffer zelf iets te verwijten valt. Ook als de naaste/nabestaande het ongeval mede heeft veroorzaakt wordt een korting toegepast op de affectieschade. De rechter heeft echter wel de vrijheid om geen korting toe te passen en toch 100% affectieschade te laten vergoeden door de dader (dit heet de billijkheidscorrectie).
Hoe hoog zijn de bedragen affectieschade die kunnen worden geclaimd?
De vergoedingen voor affectieschade liggen tussen de 12.500 en 20.000 euro. Hoe hoog het bedrag is waar iemand recht op heeft, hangt af van de volgende factoren:
- hoe nauw is de relatie tussen het slachtoffer en de naaste?
- is er sprake van letsel of is het slachtoffer overleden?
- is het letsel/overlijden wel of niet veroorzaakt door een misdrijf?
Hoe dichter het slachtoffer en de naaste verwant zijn, hoe hoger de vergoeding (eerste voorwaarde). Voor het overlijden van een slachtoffer worden hogere bedragen berekend dan wanneer het slachtoffer 'slechts' gewond is geraakt (tweede voorwaarde). Verder vinden we in Nederland een misdrijf (zoals moord) schokkender dan bijvoorbeeld een arbeidsongeval dat niet met opzet is ontstaan, zodat in geval van een misdrijf hogere bedragen worden gerekend (derde voorwaarde).
De wetgever heeft gekozen voor vaste normbedragen. Dat betekent dat er niet gediscussieerd kan worden over de hoogte van de vergoeding van affectieschade: bij een bepaalde situatie hoort een vast bedrag. Zo wil de wetgever voorkomen dat vervelende discussies ontstaan over hoe erg het slachtoffer heeft geleden en hoe ‘close’ de naaste met het slachtoffer is/was.
Een voorbeeld van affectieschade
De hoogste vergoedingen worden toegekend aan de partners, kinderen of ouders van een slachtoffer dat is overleden door een misdrijf. Denk hierbij aan een vader die door een gewelddadige beroving is overleden. Zijn kinderen hebben ieder recht op € 20.000 affectieschade. Daarmee krijgen ze hun vader niet terug, maar het vormt wel een erkenning voor hun verdriet.
De toekomst met affectieschade
Het is goed dat affectieschade nu eindelijk een regeling krijgt in de wet. Zo krijgen naasten en nabestaanden erkenning van hun verdriet. De nieuwe wet gaat in op 1 januari 2019. Voor ongevallen die plaatsvinden voor die datum geldt dat er nog geen recht is op affectieschade.
Dat neemt niet weg dat naasten/nabestaanden wel recht kunnen hebben op andere soorten schadevergoeding. Om ervoor te zorgen dat u krijgt waar u recht op hebt, is het altijd goed om een expert te laten kijken naar uw situatie. Hiervoor kunt u vrijblijvend contact opnemen met mij. Ik kijk naar de totale situatie en breng alle schade in kaart, mede door het maken van een (overlijden)schadeberekening. Het eerste oriënterend gesprek in personenschadezaken wordt door ons sowieso altijd kosteloos aangeboden.
Maud van Lent is de oorspronkelijke auteur van dit artikel. Maud is niet meer werkzaam bij Stellicher.