MR. D. VAN HIJKOOP
Advocaat bouw- en omgevingsrechtrechtEen voorspelling geeft nog geen verklaring: het bewijsvermoeden bij mijnbouwschade wordt niet zomaar weerlegd
Op 8 mei 2024 oordeelde de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State er vanaf 1 mei 2024 hoe dan ook geen gas meer mag worden gewonnen uit het Groningenveld.[1] In deze zaak draaide het om een besluit van de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat waarin werd bepaald dat er geen gas uit het Groningenveld meer mag worden gewonnen, behalve in uitzonderlijke kou in de periode van 1 oktober 2023 tot en met 30 september 2024.
Direct adviesAls er in deze periode binnen drie dagen een gemiddelde effectieve etmaaltemperatuur van -6,5°C of kouder zou worden voorspeld, zou de NAM enkele productielocaties mogen opstarten en deze tijdelijk naar het zogeheten waakvlamniveau mogen brengen. Deze strategie zou de productie in staat stellen om snel te worden opgevoerd bij bijvoorbeeld storingen in belangrijke installaties.
Echter, het besluit van de staatssecretaris motiveerde onvoldoende waarom het Groningenveld gedurende de volledige periode van 1 oktober 2023 tot en met 30 september 2024 als reserve nodig was om bij koude te kunnen voldoen aan de gasvraag. De Raad van State oordeelde dat het onwaarschijnlijk was dat het na 1 mei 2024 nog zo koud zou worden dat het waakvlamniveau ingeschakeld zou moeten worden, waardoor gaswinning vanaf dat moment niet langer noodzakelijk was.
Einde aan de gaswinning; mijnbouwschadezaken lopen door
Hoewel aan de gaswinningen in Groningen nu definitief een einde is gekomen, blijven de mijnbouwschadezaken doorlopen. Een belangrijk element in deze schadezaken blijft het vaststellen van een causaal verband tussen de gaswinning en de schade aan gebouwen. Bij het vaststellen van het causale verband speelt het bewijsvermoeden van artikel 6:177a BW een cruciale rol, zoals werd bevestigd in een arrest van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2019:1278). Dit arrest onderstreept dat, wanneer de vereisten van artikel 6:177a BW zijn vervuld, de benadeelde partij niet hoeft te bewijzen dat de schade daadwerkelijk door de gaswinning is veroorzaakt. Hierdoor wordt de positie van de benadeelde versterkt, aangezien het aan de exploitant is om dit vermoeden te weerleggen.
Met het bewijsvermoeden ligt de bewijslast omtrent vaststelling van de causaliteit dus niet bij de benadeelde, maar bij de exploitant. Met andere woorden: op grond van artikel 6:177a BW zal de exploitant moeten aantonen dat de schade niet door de gaswinning is veroorzaakt.
Uitspraak Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden over het bewijsvermoeden
In een recente uitspraak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zich uitgelaten over het bewijsvermoeden van artikel 6:177a BW, waarbij het een onderscheid maakt tussen de voorspellende kans en de verklarende kans bij de beoordeling of het bewijsvermoeden is weerlegd (ECLI:NL:GHARL:2024:3857).
In de onderhavige procedure voerde de NAM, op basis van kansberekeningen uit een RHDHV-rapport, aan dat zij het bewijsvermoeden had weerlegd. Deze berekeningen zouden volgens NAM aantonen dat de voorspellende kans op schade aan de woning met de aardbevingen als oorzaak gering is, en daarmee onwaarschijnlijk. De voorspellende kans is de kans dat een aardbeving van een bepaalde kracht en afstand schade aan een specifiek gebouw veroorzaakt.
Het hof oordeelde dat het aandragen door de NAM van deze voorspellende kans – waarin werd betoogd dat de schade waarschijnlijk niet door de aardbevingen was ontstaan – onvoldoende is om het bewijsvermoeden te weerleggen. Hierdoor werd het beroep van de NAM door het Hof afgewezen.
Wat betekent deze uitspraak?
Uit deze uitspraak volgt dat het aandragen van een voorspellende kans niet kan resulteren in de weerlegging van het bewijsvermoeden, omdat een voorspellende kans geen verklarende kans is. Een verklarende kans duidt op de kans dat een eenmaal vastgestelde schade door een aardbeving is veroorzaakt. Zelfs als de voorspellende kans klein is kan de verklarende kans nog steeds groot zijn, dit is afhankelijk van de informatie over alle mogelijke oorzaken van de schade.
Indien eenmaal is vastgesteld dat de schade door de aardbeving kan zijn veroorzaakt en de exploitant er niet in slaagt om een alternatieve verklarende oorzaak voor de schade aan te tonen, blijft het bewijsvermoeden in stand. In dat geval wordt aangenomen dat de schade door de aardbeving is veroorzaakt, ongeacht hoe klein de voorspellende kans op die oorzaak ook is.
Kortom, de uitkomst van deze zaak is van groot belang voor de verzoeker van schadevergoeding in verband met de aardgaswinning in Groningen. Indien het bewijsvermoeden wordt weerlegd, rust de bewijslast op de verzoeker om aan te tonen dat de schade daadwerkelijk door de aardgaswinning is veroorzaakt. In de praktijk is dit niet alleen moeilijk, maar ook zeer kostbaar. De benodigde deskundigenhulp van bouwkundigen is dan vrijwel niet mogelijk. Dit benadrukt het belang van de uitspraak voor de rechtspraktijk, omdat een weerlegging van het bewijsvermoeden aanzienlijke juridische en financiële gevolgen zou hebben voor gedupeerden.
[1] Raad van State afdeling Bestuursrechtspraak op 8 mei 2024, ECLI:NL:RVS:2024:1965. Per 19 april 2024 is gaswinning uit het Groningenveld overigens wettelijk verboden.
Vragen?
Heb je hier vragen over ? Neem dan gerust contact op met mij of mijn collega Kim Martens, we helpen je graag.
Categorieën
Deel dit artikel
Direct advies
Neem contact op met MR. D. VAN HIJKOOP
Lees meer goede ideeën
Blog
Werkgever: ben jij voorbereid op een bedrijfsongeval?
Een ongeluk zit in een klein hoekje. Ondanks nauwgezette voorzorgsmaatregelen kan het gebeuren dat er een ongeval op de werkvloer…
Lees verderBlog
Hoe lang heb ik recht op partneralimentatie?
Het komt vaak voor dat na een echtscheiding één ex-partner partneralimentatie moet betalen aan de andere. In onze praktijk krijgen wij…
Lees verderBlog
Omgang tussen opa en oma en de kleinkinderen wordt eenvoudiger?
Ouders hebben recht op omgang met hun kind. Andersom heeft het kind ook recht op contact met beide ouders. Maar wat is de positie van…
Lees verderBlog
Algemene voorwaarden in de werkplaats: praktische tips
Voor bedrijven in de automotive-sector, zoals garagebedrijven en autohandelaren, kan het gebruik van algemene voorwaarden de nodige…
Lees verder