
Het huisdier in de wet
Het komt vaak voor dat huisdieren een belangrijke rol van conflict spelen in een echtscheiding. Bij ons in de praktijk hebben wij al meerdere malen het verzoek gekregen om een omgangsregeling op te stellen voor een huisdier. Iedere huisdiereigenaar wil natuurlijk het liefst dat Minoes, Spike of Boris bij hem komt wonen bij het beëindigen van de relatie. Huisdieren worden vaak als een soort kinderen gezien door de eigenaren en maken onderdeel uit van het gezin.
In het Nederlandse recht is een huisdier echter niet gelijk aan een lid van het gezin. Wettelijk gezien wordt een huisdier gelijkgesteld met een zaak. Dat betekent dat een huisdier juridisch gelijk wordt gesteld met een object of een ding dat gelijk is aan andere objecten, zoals de bankrekeningen en de inboedel. Is het huisdier gemeenschappelijk eigendom, dan moet het huisdier in principe net als de bank worden verdeeld en worden toegedeeld aan één van beide eigenaren. Is het huisdier geen gemeenschappelijk eigendom en gelden er bijvoorbeeld huwelijkse voorwaarden, dan moet uitgezocht worden wie de rechtmatige eigenaar is van het huisdier. Hetzelfde geldt wanneer je getrouwd bent na 1 januari 2018 in de nieuwe beperkte gemeenschap van goederen en het huisdier is gekocht voor het huwelijk, of wanneer samenlevers uit elkaar gaan.
Is er een wettelijke omgangsregeling?
Er is ook geen wettelijke regeling die ziet op omgang met je huisdier. Je kunt echter wel onderling afspraken maken over de omgang met je huisdier. Deze afspraken kunnen ook worden vastgelegd in het echtscheidingsconvenant. Juridisch gezien heet dit geen omgangsregeling maar een beheersregeling. Praktisch gezien hoeft dit echter geen verschil te maken. Partijen kunnen afspraken maken over wanneer het huisdier bij wie verblijft en bijvoorbeeld afspreken dat de hond de ene week bij de een en de andere week bij de ander verblijft.
Mocht je er niet samen uitkomen en is het huisdier nog niet aan één van beiden toegedeeld, dan is het ook mogelijk om je tot de rechter te wenden om een beheersregeling vast te stellen. Het is echter afhankelijk van de rechter en de betrokken belangen van de eigenaren en het huisdier of dit zal worden toegewezen.
Afgifte van het huisdier
Het komt soms ook voor dat mensen ruzie krijgen over het huisdier en een van de partijen het huisdier (onterecht) meeneemt. Omdat een huisdier op grond van de wet een ‘ding’ is, kan de eigenaar van het huisdier dus ook afgifte vorderen van het huisdier wanneer een ander dan de eigenaar het huisdier meeneemt. Een eigenaar kan namelijk zijn eigendom terugvorderen. Het huisdier moet dan weer aan jou worden teruggegeven. Het is dan wel van belang dat je kunt aantonen dat jij inderdaad de enige eigenaar bent van het huisdier. Om aan te tonen wie de eigenaar is, kan je denken aan wie de koopprijs heeft voldaan, of er een overeenkomst is ondertekend en door wie en aan wie het huisdier na aankoop geleverd is.
Conclusie
Wanneer een huisdier gezamenlijk eigendom is en je de relatie beëindigt is er dus wel degelijk een mogelijkheid om zelf een ‘omgangsregeling’ af te spreken. Kom je er als eigenaren van het huisdier samen niet uit, dan is het mogelijk om een procedure te starten bij de rechtbank en een beheersregeling of afgifte van het huisdier te vorderen.