
Zoals aangegeven, moet er dan van meer sprake zijn dan een uit de hand gelopen echtelijke ruzie. Ter illustratie van een situatie op grond waarvan de alimentatieverplichting is komen te vervallen verwijs ik naar een recente uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In de betreffende zaak is het huwelijk van partijen ontbonden in 2015. Het verzoek van de vrouw tot vaststelling van partneralimentatie is door de Rechtbank afgewezen. In de betreffende kwestie had er meer gespeeld dan een gemiddelde echtelijke ruzie. In een strafrechtelijke procedure is de vrouw veroordeeld omdat zij, in de periode voorafgaand aan de echtscheidingsprocedure, opzettelijk en met voorbedachten rade haar echtgenoot zwaar lichamelijk letsel had toegebracht. Zij had hem in zijn slaap geïnjecteerd met insuline. Zij zou dat hebben gedaan als gevolg van haar fysieke en mentale gesteldheid (een persoonlijkheidsstoornis) in combinatie met de buitenechtelijke relatie die de man zou hebben gehad. De man heeft als gevolg hiervan drie weken in het ziekenhuis gelegen.
Het Gerechtshof vond deze gedragingen van de vrouw dusdanig erg dat van de man in redelijkheid niet kan worden gevergd dat hij bijdraagt in de kosten van het levensonderhoud van de vrouw. De lotsverbondenheid, de basis voor het betalen van een onderhoudsverplichting na de echtscheiding, is door de gedragingen van de vrouw komen te vervallen.