
Keuzes van een erfgenaam
Buiten het geval van faillissement heeft een erfgenaam drie mogelijkheden wat betreft een nalatenschap:
- Zuiver aanvaarden
Bij zuivere aanvaarding verkrijgt de erfgenaam automatisch alle goederen en schulden van de overledene. Zijn er meer schulden dan bezittingen dan zal de erfgenaam de schulden uit zijn eigen vermogen moeten voldoen; - Beneficiair aanvaarden
In tegenstelling tot zuivere aanvaarding is een erfgenaam bij benificaire aanvaarding niet met zijn eigen vermogen aansprakelijk voor schulden van de overledene. De erfenis wordt alleen geaccepteerd als de activa (de bezittingen) de passiva (de schulden) overstijgen. Zijn er meer schulden dan bezittingen dan wordt de nalatenschap verworpen; - Verwerpen
Bij verwerping ontvangt een erfgenaam helemaal niets uit de nalatenschap. Hij of zij is niet aansprakelijk voor de schulden van de overledene en ontvangt geen bezittingen van de overledene.
Faillissement van een erfgenaam
Een erfgenaam die in staat van faillissement is verklaard (of ten aanzien van wie de schuldsanering natuurlijke personen van toepassing is verklaard), heeft deze keuzemogelijkheden daarentegen niet. Artikel 41 van de Faillissementswet bepaalt dat de curator moet beslissen of een erfenis wordt aanvaard of verworpen. Hetzelfde geldt ook in het geval de erfenis al voor de datum van faillissement is 'ontstaan', maar de inmiddels failliete erfgenaam nog niet één van de bovenstaande keuzes heeft gemaakt.
Bevoegdheden van de curator
De curator heeft slechts twee opties: beneficiair aanvaarden of verwerpen. De schuldenlast van de failliete erfgenaam kan dus nooit vergroot worden als gevolg van het aanvaarden van een nalatenschap gedurende het faillissement. Als de curator een nalatenschap wil verwerpen, dan heeft hij daarvoor de machtiging van de rechter-commissaris nodig.
Indien de curator de nalatenschap beneficiair aanvaardt, behoort al hetgeen de failliete erfgenaam ontvangt tot de faillissementsboedel. Ontvangt de failliete erfgenaam goederen dan zal de curator deze te gelde moeten maken. Is op grond van een testament of het wettelijk erfrecht de wettelijke verdeling van toepassing dan heeft de failliete erfgenaam een niet-opeisbare vordering op de echtgenoot van de overledene. Deze vordering vertegenwoordigt een bepaalde waarde zodat de curator tot verkoop (cessie) daarvan kan overgaan. De verkoopopbrengst zal de curator gebruiken om de schuldeisers van de failliete erfgenaam te betalen.