
Veroordeling in de proceskosten
Wint u de zaak, dan is het doorgaans zo dat de rechter de verliezende partij veroordeelt ‘in de proceskosten’, zoals dat heet. Dat wil zeggen dat de verliezende partij aan de winnende partij de kosten moet vergoeden die deze heeft gemaakt voor het voeren van de procedure (de zogenaamde ‘kostenveroordeling’). Denk dan qua kosten bijvoorbeeld aan:
- het salaris van de advocaat/gemachtigde
- mogelijke reis- en/of verblijfskosten;
- de griffierechten;
- eventuele (on)kosten van getuigen en/of deskundigen;
- de deurwaarderskosten;
- de kosten van eventueel gelegde beslagen;
- uittreksels van de Kamer van Koophandel of Gemeentelijke Basisadministratie.
De rechter bekijkt per zaak of de verliezende partij alles, een gedeelte of - in sommige gevallen - zelfs helemaal niets van de proceskosten van de winnaar moet betalen. Anders gezegd: de winnaar krijgt dus niet altijd alle gemaakte kosten vergoed.
Salaris advocaat
Ook is het zo dat u (in de meeste gevallen) niet het volledige bedrag vergoed krijgt dat u zelf aan uw advocaat heeft betaald. Het ‘salaris advocaat’ dat de verliezende partij aan de winnaar moet vergoeden, wordt namelijk begroot, en wel volgens het zogenaamde liquidatietarief. Dat houdt in dat de te vergoeden kosten 1) afhankelijk zijn van de werkzaamheden die verricht zijn en 2) het belang van de zaak, welke beide in een zogenaamde ‘staffel’ zijn gegoten.
Hierdoor kan de kostenveroordeling variëren van een paar honderd tot enkele duizenden euro’s. Uitzondering hierop zijn zaken op het gebied van Intellectuele Eigendom, waarin de verliezende partij wel veroordeeld kan worden om de volledige kosten van de advocaat van de winnaar te betalen.
Vergoeding buitengerechtelijke kosten
Wat niet vergeten moet worden, is dat ook om een vergoeding van de buitengerechtelijke kosten gevraagd kan worden. Dat zijn de kosten die in de voorfase, dus de fase voorafgaand aan het gerechtelijk proces, gemaakt zijn. De rechter zal dan wel beoordelen of deze gerechtvaardigd waren om te maken, gezien het belang van de zaak en de ingewikkeldheid daarvan. Voor het berekenen van de buitengerechtelijke kosten kan de rechter de richtlijnen hanteren zoals die zijn opgenomen in het rapport “Voorwerk II” van de NVvR.