Zorgregelingen en omgangsregelingen: Wat is het verschil en wat is jouw positie als ouder?

MR. H.C.D. BOS

Advocaat familie-en erfrecht
Actueel Gepubliceerd op 09 september, 2021

Zorgregelingen en omgangsregelingen: Wat is het verschil en wat is jouw positie als ouder?

Ouders die gaan scheiden, moeten afspraken maken over hun minderjarige kinderen.

Er moeten bijvoorbeeld afspraken worden gemaakt over:

  • Waar de kinderen hun hoofdverblijf hebben, oftewel: op welk adres worden zij ingeschreven?
  • Hoe het contact tussen de ouders en kinderen wordt ingevuld via de zorgregeling of de omgangsregeling;
  • De manier waarop ouders elkaar informeren over en betrekken bij de keuzes over belangrijke zaken met betrekking tot de kinderen;
  • Welke bijdrage in het levensonderhoud van de kinderen moet worden betaald (de kinderalimentatie).

Ouderschapsplan: 
Het is verstandig de afspraken met betrekking tot de kinderen goed vast te leggen. Als ouders getrouwd zijn, zijn zij in de echtscheidingsprocedure verplicht de afspraken vast te leggen in een ouderschapsplan. Als zij daarin niet slagen, dan kan de rechter de ouders in de procedure zelfs niet-ontvankelijk verklaren, hetgeen er op neerkomt dat de echtscheidingsprocedure eindigt en ouders alsnog eerst in gesprek zullen moeten over het ouderschapsplan. Dat gebeurt echter niet vaak. Als ouders kunnen aantonen dat zij hebben geprobeerd samen tot een ouderschapsplan te komen maar dat niet is gelukt, bijvoorbeeld omdat de strijd hoog is opgelopen, zal de echtscheiding wel in behandeling worden genomen en zal de rechter knopen doorhakken in een beschikking.

Voor ouders die niet getrouwd zijn geweest, geldt ook dat zij geacht worden een ouderschapsplan op te stellen. Echter, omdat zij niet naar de rechter hoeven om hun echtscheiding rond te krijgen, is het opstellen van een ouderschapsplan lastig af te dwingen. Dat kan tot vervelende situaties leiden omdat ouders geen duidelijke afspraken hebben gemaakt. De afspraken in het ouderschapsplan zijn namelijk leidend indien ouders toch in conflict raken over de opvoeding en de verzorging van de kinderen.

LEES OOK - Het ouderschapsplan, tijdrovend maar noodzakelijk. 

Gezamenlijk gezag of eenhoofdig gezag: 
Als ouders getrouwd zijn, hebben zij altijd samen het gezag over hun kinderen. Dat gezamenlijke gezag blijft in stand na de echtscheiding tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden. De ouder die het gezamenlijk gezag wil wijzigen, zal daarover moeten procederen. Voor de rechter geldt namelijk als uitgangspunt dat ouders samen het gezag over hun kinderen moeten hebben, en slechts in bijzondere situaties wordt hiervan afgeweken.

Als ouders niet getrouwd zijn, dan zal bij de geboorte van hun kind alleen de moeder het gezag hebben. Als de vader ook het gezag wil hebben, zal hij dit samen met de moeder van het kind moeten verzoeken aan de kantonrechter. Over het algemeen worden dit soort verzoeken toegewezen.
Voor ouders die samen het gezag hebben, geldt dat er gesproken wordt over een zorgregeling. Voor ouders waarbij slechts een van hen het gezag heeft, geldt dat er gesproken wordt over een omgangsregeling.

Let op: er is een wetsvoorstel ‘Gezamenlijk gezag door erkenning’ ingediend. Wordt dit voorstel aangenomen dan zullen ook ongehuwde en niet-geregistreerde partners bij het erkennen van hun kind automatisch het ouderlijk gezag krijgen. Hiervoor hoeven zij geen apart verzoek meer in te dienen bij de rechtbank.

De zorgregeling bij gezamenlijk gezag: 
In de wet, art. 1:247 BW,  is opgenomen dat ouders met gezamenlijk gezag niet alleen het recht hebben om contact te hebben met hun kinderen en deze te verzorgen en op te voeden, maar dat zij daartoe verplicht zijn. Ook zijn ouders verplicht de band tussen hun kinderen en de andere ouder te bevorderen. Voor kinderen geldt dat de wetgever heeft opgenomen dat zij recht hebben op een ‘gelijkwaardige’ verzorging door beide ouders. Dit houdt niet in dat de kinderen evenveel tijd moeten doorbrengen met allebei de ouders, maar betekent dat beide ouders in principe evenveel invloed op de opvoeding en verzorging dienen te hebben.

Oftewel: gezamenlijk gezag brengt in het kader van de zorgregeling niet alleen rechten met zich: er rusten op ouders ook verplichtingen om de zorgregeling tot stand te brengen en hun kinderen te verzorgen en op te voeden.

De omgangsregeling voor de ouder zonder gezag: 
Als één ouder niet het gezag heeft, is diens positie beperkter. De wet zegt, in art. 1:377a BW, dat ouders het recht en de plicht hebben om omgang te hebben met hun kinderen. Ook is opgenomen dat kinderen recht hebben op omgang met hun ouders. Echter, het recht op verzorging en opvoeding en de verplichting voor ouders om de band met de andere ouder te bevorderen, gelden hier niet.

Oftewel: de positie van de ouder zonder gezag en van de kinderen in die situatie is aanzienlijk beperkter dan in een situatie van gezamenlijk gezag. Dat is dan ook een belangrijk argument om het gezamenlijk gezag aan te vragen, direct na de geboorte of als de ouders uit elkaar gaan.

LEES OOK - Omgangsregeling via de rechter: welke factoren spelen een rol bij het oordeel? 

Praktijk voorbeeld: 
In de praktijk kom ik vaak de situatie tegen waarin een van beide ouders meer contact met de kinderen wil, en de andere ouder het daar niet mee eens is. Als zij daar niet uitkomen en het ouderschapsplan geen oplossing biedt, dan kan een van beide ouders een procedure starten en verzoeken om een wijziging van de zorgregeling of omgangsregeling.

De omgekeerde situatie, waarin een ouder minder of niet meer wil zorgen voor de kinderen, komt minder vaak voor. Omdat die situatie minder vaak voorkomt, geef ik een interessant voorbeeld uit mijn praktijk van een aantal jaar terug. Er was sprake van ouders (met gezamenlijk gezag) die het niet eens werden over de verdeling van de zomervakantie. Zij wilden beiden met vakantie met hun nieuwe partner (en dus zonder hun kinderen), maar wilden dat tegelijkertijd. Echter, wie moest dan voor de kinderen zorgen?

In het ouderschapsplan was opgenomen dat de ouders de zomervakantie 50/50 moesten delen en dat zij daarover voor 1 januari van het betreffende jaar afspraken moesten maken. Daarin waren zij echter niet geslaagd en zij hadden elk een vakantie zonder kinderen geboekt, zonder overleg. Zij waren beiden niet bereid om de ander ook maar iets toe te geven.

Uiteindelijk heeft een van tweeën een kort geding gestart en de rechter gevraagd een knoop door te hakken. De rechter was op zijn zachtst gezegd ‘not amused’. De rechter stelde ter zitting voor dat tijdens de betreffende geboekte vakantie elk van de ouders één kind zou moeten verzorgen (waardoor ze beiden niet met vakantie zouden kunnen met hun nieuwe partner). De rechter wees de ouders erop dat zij de plicht hadden hun kinderen te verzorgen en op te voeden en dat zij daarin hun verantwoordelijkheid moesten nemen. Dat het boeken van een vakantie zonder de kinderen en zonder een regeling treffen met de andere ouder over wie voor de kinderen moest zorgen, onacceptabel was. Ook de aanwezige vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming sprak zorgen uit over de situatie en kondigde aan te overwegen een melding te doen bij Bureau Jeugdzorg.

Uiteindelijk is een uitspraak gevolgd waaruit bleek dat beide ouders elk een deel van hun vakantie moesten cancelen omdat zij een deel van de tijd voor beide kinderen moesten zorgen. Voor beide ouders was de situatie een grote deceptie, en daarbij kwam ook nog eens dat Bureau Jeugdzorg bij hun opvoedingssituatie werd betrokken.

Kortom: 

Samenwonend of gehuwd; zorgregeling of omgangsregeling…. De rechter hecht veel waarde aan de zorgplicht van ouders. Het belang van het kind staat altijd voorop. Maak goede afspraken met elkaar! Kom je er echt niet uit? Herlinde adviseert graag over de mogelijkheden.

LEES OOK - Drie redenen waarom je nooit zomaar co-ouderschap moet accepteren 

Stel onze specialist een vraag!

Lees meer goede ideeën