De Bazel

Dit Rijksmonument werd van 1912 tot 1914 gebouwd in opdracht van de Nederlandsche Heidemaatschappij naar een ontwerp van de architect Karel P.C. de Bazel (1869-1923). Samen met Hendrik P. Berlage behoorde De Bazel tot de architectuurstroming uit het begin van de 20e eeuw: het Rationalisme. Als een van de eerste gebouwen in Nederland werd het gebruik van gewapend beton toegepast.

ONTWERP/ARCHITECTUUR

Karel de Bazel was een veelzijdig man. Naast architect was hij o.a. graveur, meubelontwerper en glaskunstenaar. Hij ontwierp verder onder andere het bekende kantoorgebouw van de Nederlandsche Handel Maatschappij aan de Vijzelstraat 32 in Amsterdam , thans in gebruik als Stadsarchief van de Gemeente Amsterdam.

HEIDEMIJ

Het gebouw was in oorsprong het hoofdkantoor van de Nederlandsche Heidemaatschappij. De “Heidemij-.” werd in 1888 opgericht: doelstelling was het adviseren bij en het stimuleren van de ontginning van woeste gronden, het aanleggen en in stand houden van bossen en het aanleggen en onderhouden van bevloeiings- en grondverbeteringswerken. In 1897 kwam daar nog bij de ontwikkeling en verbetering van de zoetwatervisserij. Al snel breidden de werkzaamheden zich uit van adviseren tot ook het uitvoeren van werken. Tijdens de grote depressie (1930-1940) was de “Heidemij-.” vooral bekend van de zgn. werkverschaffingsprojecten in ons land. In de loop van de laatste 50 jaar ontwikkelde de vereniging zich steeds meer tot een commerciële organisatie, hetgeen uiteindelijk uitmondde in het beursgenoteerde ingenieursbureau Arcadis. Tot 1988 was De Bazel het hoofdkantoor van de Nederlandsche Heidemaatschappij.

STELLICHER ADVOCATEN

Na een grondige renovatie in 1997 hebben Stellicher advocaten en Hekkelman Notarissen het pand betrokken. Bij de renovatie waren  de architecten Hans de Soete en Jaap Stienstra betrokken. Door optische “trucs” lijkt het pand binnen weer veel op de originele situatie. Evenwel is het atrium op de eerste verdieping in de breedte acht meter kleiner: oorspronkelijk waren er geen werkkabinetten op de eerste verdieping. De klerken verrichtten er, staande aan het raam aan hoge werktafels, hun werkzaamheden.

Het pand heeft een uitstekend werkklimaat. Het is vooral communicatief: wie een stap uit zijn kamer zet heeft meteen contact met de collega’s. Qua warmtebeheersing heeft het pand voor- en nadelen: vanwege zijn enorme massa warmt het niet snel op, maar is het eenmaal warm, dan koelt het ook niet zomaar af.

Het onderhouden van een Rijksmonument is een vak apart. De huidige eigenaar geeft met kennis en liefde vorm aan de instandhouding van dit Arnhemse erfgoed.

Zowel nieuwe relaties als nieuwe medewerkers spreken altijd weer hun bewondering voor het pand uit en dat herinnert ons er regelmatig aan dat het een voorrecht is om onze werkzaamheden hier te mogen uitoefenen.