Direct advies
Hoge Raad stelt zwart bijklussend slachtoffer opnieuw in het gelijk

MR. H. KORKMAZ

Advocaat aansprakelijkheid, verzekeringen en letselschade
Actueel Gepubliceerd op 04 juli, 2024

Hoge Raad stelt zwart bijklussend slachtoffer opnieuw in het gelijk

Op 12 april 2024 verscheen na 24 jaar het tweede Hoge Raad arrest over een slachtoffer dat door een ongeval geen zwart werk meer kon verrichten. In de schaderegeling met de aansprakelijke partij ontstaan er vaak discussies of een slachtoffer hier wel schadevergoeding voor mag claimen en wat deze precies moet bewijzen.

Direct advies

Wat leerde het eerste arrest van de Hoge Raad over zwart werken ons ook alweer? En wat betekent dit tweede arrest voor de praktijk? Je leest het in deze blog.

Het eerste arrest van de Hoge Raad (HR 24 november 2000)

De Hoge Raad is het hoogste rechterlijk college in ons land. Daardoor zijn de uitspraken (arresten) van de Hoge Raad erg belangrijk voor de praktijk. Zij zijn richtinggevend voor de lagere rechterlijke colleges, zoals de rechtbank en het gerechtshof.

Casus

In de eerste zaak ging het om een werknemer die door een bedrijfsongeval gedeeltelijk arbeidsongeschikt raakte voor de werkzaamheden die hij vóór het ongeval zwart verrichtte.

Bruto of netto?

In deze zaak was de belangrijkste vraag voor de praktijk of het voor de hoogte van de schadevergoeding uitmaakte dat over deze gemiste inkomsten de verschuldigde belastingen en premies niet waren ingehouden, en dus zwart waren betaald. Moest de aansprakelijke partij het hele bedrag vergoeden? Of moest nog een aftrek plaatsvinden vanwege de inhoudingen die normaal op een brutosalaris worden gedaan? Met andere woorden: moest het bedrag dus als het ware nog netto gemaakt worden?

Zwarte inkomsten worden als bruto inkomsten gezien, tenzij..

In het arrest maakte de Hoge Raad duidelijk dat het uitmaakt dat de inkomsten zwart worden uitbetaald.

  • Daardoor hoeft een aansprakelijke partij alleen de inkomsten te compenseren alsof er wél belasting en premies werden ingehouden. Het zwarte loon mag dus als bruto loon worden gezien, en alleen het “netto” gemaakt bedrag hoeft vergoed te worden.
  • Hier geldt wel een uitzondering op. Als het slachtoffer aannemelijk maakt dat degene voor wie hij zwart werkte bereid is (alsnog) de verschuldigde belasting en premie volledig voor zijn rekening te nemen, dan moet het volledige zwart betaalde bedrag vergoed worden.

Het tweede arrest van de Hoge Raad (HR 12 april 2024)

Zoals aangegeven heeft de Hoge Raad onlangs, op 12 april 2024, een tweede uitspraak gedaan over zwart werken.

Principiële vraag: mag rekening worden gehouden met gemiste zwarte inkomsten?

Dit tweede arrest is ook heel belangrijk voor de letselschadepraktijk. De Hoge Raad heeft zich namelijk voor het eerst principieel uitgesproken over de vraag óf bij de begroting van schade wegens verminderd arbeidsvermogen überhaupt rekening mag worden gehouden met inkomsten uit zwart werk. Verzekeraars stellen namelijk regelmatig dat dit niet door de beugel kan of stellen (te) vergaande eisen aan het te leveren bewijs.

Standpunt verzekeraar

Ook de verzekeraar in deze zaak betoogde dat er vanwege de vermeende strafbaarheid en onrechtmatigheid van zwart werken:

  • Helemaal geen rekening met gemiste zwarte inkomsten zou mogen worden gehouden; en
  • Een strengere bewijslast voor de benadeelde zou gelden.

In de kern wilde de verzekeraar dat het slachtoffer alleen een vergoeding kreeg als deze:

  • Bewijs zou leveren dat dezelfde werkzaamheden wit zouden zijn verricht én voortgezet; of
  • Zou bewijzen welke andere keuzes hij had kunnen maken om andere witte inkomsten te genereren en voor welk bedrag.

Oordeel Hoge Raad

In de uitspraak maakte de Hoge Raad korte metten met deze standpunten:

Wat volgens de Hoge Raad bewezen moet worden

  • Aan het slachtoffer wiens arbeidsvermogen door een ongeval vermindert, mogen geen strenge eisen worden gesteld voor het bewijs van de inkomsten in de hypothetische situatie zonder het ongeval. Het is immers juist door toedoen van de aansprakelijke partij dat deze hypothetische situatie nooit met zekerheid kan worden bewezen. Dit is bestendige rechtspraak sinds het bekende Vehof/Helvetia-arrest van de Hoge Raad.
  • Het gaat om een redelijke verwachting van de ontwikkeling van de inkomsten zonder (en na) het ongeval. Daarbij moeten goede en kwade kansen tegen elkaar afgewogen worden. De rechter heeft hier een grote mate van vrijheid in. Zie rechtsoverweging 3.1.2 van het arrest van de Hoge Raad van 12 april 2024.
  • Er geldt géén andere bewijslast al naar gelang het slachtoffer witte dan wel zwarte inkomsten mist. De Hoge Raad geeft aan dat bij de begroting van de omvang van schade door verminderd arbeidsvermogen – voor zover het gaat om werkzaamheden waarvan het verrichten als zodanig rechtmatig is – wel degelijk rekening kan worden gehouden met inkomsten uit zwart werk van de benadeelde in de periode vóór de aansprakelijkheidsvestigende gebeurtenis. De Hoge Raad verwijst daarbij naar haar eerste zwart werken-arrest van 24 november 2000 (rechtsoverweging 3.2 en 3.3).
  • Dat de benadeelde vóór de aansprakelijkheidsvestigende gebeurtenis dergelijke inkomsten had, duidt er volgens de Hoge Raad immers erop dat de benadeelde door arbeid inkomen kon verwerven, en dat zegt dus iets over zijn op dat moment bestaande arbeidsvermogen (rechtsoverweging 3.1.3).

Hoogte vergoeding

  • Als de benadeelde vóór de aansprakelijkheidsvestigende gebeurtenis inkomsten had uit zwart werk waarvan het verrichten als zodanig rechtmatig is, moet volgens de Hoge Raad dus worden beoordeeld:

-> Of, en zo ja, in welke omvang de benadeelde zonder het ongeval deze werkzaamheden zou hebben verricht of ter vervanging daarvan andere werkzaamheden zou hebben verricht, en

– > Welk netto-inkomen, na inhouding of afdracht van de verschuldigde belasting en premie, de benadeelde met de hiervoor bedoelde werkzaamheden zou hebben ontvangen.

-> De toevoeging “dan wel ter vervanging daarvan andere werkzaamheden zou hebben verricht” is relevant voor de situatie dat de benadeelde wegens de aftrek van bruto naar netto voor ander werk (dus met een hoger nettoloon) was gegaan.

Alleen legaal zwart werk wordt vergoed

De enige voorwaarde die de Hoge Raad stelt, is dat het moet gaan om werkzaamheden die als zodanig rechtmatig zijn. Gemiste inkomsten wegens illegale werkzaamheden zoals inbraak en drugshandel kan een benadeelde dus niet vorderen, maar dat spreekt voor zich. Als het slachtoffer door het ongeval niet meer zwart kan bijverdienen in de horeca of de bouw, dient daar dus wel schadevergoeding voor te volgen.

Groot belang van dit arrest voor de letselschadepraktijk

Het is nu een uitgemaakte zaak. Als een slachtoffer door een ongeval zwarte inkomsten mist, moet de aansprakelijke partij die inkomsten vergoeden. Met deze uitspraak heeft de Hoge Raad dus een einde gemaakt aan steeds terugkerende verweren vanuit de aansprakelijke partij.

Lees ook: Zwart werk en letselschade: hoe zit dat?

Vragen?

Heb je vragen naar aanleiding van beide blogs? Neem dan contact op met mr. Hava Korkmaz.

Direct advies

Neem contact op met MR. H. KORKMAZ

Schakel JavaScript in je browser in om dit formulier in te vullen.

Lees meer goede ideeën