Klacht indienen tegen de Raad voor de Kinderbescherming: Zinvol of niet?

MR. H.C.D. BOS

Advocaat familie-en erfrecht
Actueel Gepubliceerd op 11 september, 2020

Klacht indienen tegen de Raad voor de Kinderbescherming: Zinvol of niet?

Als de Raad voor de Kinderbescherming in een procedure over minderjarige kinderen met een advies komt dat niet goed is onderbouwd en de conclusie niet kan dragen, kan je overwegen een klacht in te dienen tegen de Raad. Daarmee kan je, als je geluk hebt, bewerkstelligen dat het onderzoek (deels) opnieuw wordt uitgevoerd. De vraag is echter: heeft het zin om een klacht in te dienen? En zo ja, hoe doe je dat?

Het advies van de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad) kan grote impact hebben op jouw rol als ouder in het leven van je kind. Het is dan ook van groot belang dat het onderzoek goed en zorgvuldig wordt uitgevoerd en een goede basis vormt voor het advies. Zeker als je je realiseert dat de rechter het advies van de Raad in vrijwel alle gevallen volgt.

Recent heb ik in mijn praktijk moeten constateren dat het rapport van de Raad ernstig tekort schoot. In twee zaken zijn er klachten ingediend tegen de Raad. En met succes! Ik bespreek een praktijkvoorbeeld dat je laat zien dat je beslist moet doorzetten als het onderzoek en het advies beneden de maat zijn.

Praktijkvoorbeeld 
In één van mijn zaken was de kwaliteit van het advies van de Raad zo slecht en had dit advies zulke verstrekkende gevolgen, dat ik in overleg met mijn cliënt heb besloten een klacht in te dienen tegen de Raad. Ik moet bekennen dat de cliënt en ik er beiden een ‘hard hoofd’ in hadden of deze procedure zinvol zou zijn en de uitkomst de procedure zou kunnen beïnvloeden.

Echter, gezien de ernst van de situatie was de klachtenprocedure nog een van de weinige mogelijkheden om een rampzalig advies te keren.

De klachtenprocedure van de Raad zal per oktober 2020 worden gewijzigd echter  op het moment van indienen van mijn klacht, gold dat we deze moesten indienen bij de regiodirecteur van de Raad.

Ik heb het raadsrapport getoetst aan het zogenaamde ‘Kwaliteitskader van de Raad voor de Kinderbescherming’ en ik heb een klachtbrief van 15 pagina’s ingediend, bestaande uit 16 inhoudelijke klachten. De klachten betroffen onder andere:

  • Feitelijke onjuiste weergave van de situatie;
  • Onvolledige weergave van de feiten;
  • Suggestieve beweringen in het rapport;
  • Ontbreken van een onderbouwing;
  • Ontbreken van voldoende onderzoek om de conclusies te dragen;
  • Ontbreken van een motivatie.

De klachtbrief werd besproken met de cliënt, de regiodirecteur en de jurist van de Raad. Dit gesprek verliep zeer onplezierig. Uiteindelijk is onze klacht echter wel op een aantal punten gegrond verklaard en heeft de regiodirecteur aangegeven op die punten een aanvullend onderzoek te laten uitvoeren. Een deel van onze klachten werd ongegrond verklaard. Ernstiger was echter het feit dat de Raad heeft nagelaten over een groot deel van onze klachten een oordeel te geven.

Dit vormde voor cliënt en mij aanleiding om de klachten voor te leggen aan de externe klachtencommissie van de Raad voor de Kinderbescherming. Deze commissie nam de klachten tijdens de zitting die plaats vond, zeer serieus. Mijn cliënt voelde zich voor het eerst echt gehoord. In de beslissing van de commissie zijn uiteindelijk 9 van de 16 klachten gegrond verklaard, over 2 klachten kon geen oordeel worden gegeven en 5 klachten zijn ongegrond verklaard.

De conclusies van de commissie vormden uiteindelijk aanleiding om op alle gegronde klachtpunten een aanvullend onderzoek te laten uitvoeren door een nieuw onderzoeksteam. Het nieuwe onderzoeksteam heeft gedurende drie maanden onderzoek gedaan waarin een tegenovergesteld advies is gegeven en er een eindbeslissing is gevolgd. Deze beslissing is voor mijn cliënt uiteindelijk positief uitgevallen.

Dit hele traject heeft anderhalf jaar in beslag genomen en heeft mijn cliënt veel tijd, emotie en geld gekost. Uiteraard heeft dit ook veel effect gehad op het kind waar de procedure over ging. Ook dit kind heeft anderhalf jaar in onzekerheid verkeerd over wat er zou gaan gebeuren. En dat is een kwalijke zaak, zeker voor een organisatie die het als haar taak ziet de rechten van het kind te beschermen.

Kortom: het indienen van een klacht tegen de Raad voor de Kinderbescherming kan zeker lonen.

Klacht indienen tegen de Raad voor de Kinderbescherming: zinvol of niet? 

De nieuwe klachtprocedure 
De nieuwe klachtprocedure is inmiddels al wel al geïntroduceerd maar zal, zo is aangekondigd, formeel per oktober 2020 definitief de ‘oude’ klachtprocedure vervangen. Op dit moment wordt een klager, zo is mijn ervaring, de keuze geboden om de klachtprocedure te volgen volgens de oude of de nieuwe methode. De vraag is of de nieuwe klachtenprocedure een verbetering oplevert?

Het belangrijkste verschil tussen de beide procedures is dat de gang naar de Regio-Directeur van de Raad in de oude procedure is komen te vervallen. In de nieuwe procedure wordt de klacht direct voorgelegd aan een zogenaamde klachtadviescommissie. Deze klachtadviescommissie beoordeelt de klacht, meestal ook aan de hand van een gesprek waarbij de Raad en de klager aanwezig zijn. Vervolgens wordt er een advies uitgebracht aan de directeur van de Raad waar de klacht is ingediend. De directeur neemt binnen twee weken een beslissing over de ingediende klacht.

Indien de klager het hier niet mee eens is, kan er (net als in de oude procedure) binnen een jaar de klacht worden voorgelegd aan de Nationale Ombudsman.

Hieronder worden de verschillen tussen de oude en nieuwe klachtprocedure schematisch weergegeven. Van belang daarbij is dat de nieuwe klachtprocedure klachtenregeling 2019 wordt genoemd en de oude klachtprocedure klachtenregeling 2017.

Klachtenregeling 2017 

1) De schriftelijke klacht wordt ingediend bij de Regio-Directeur van de Raad;

2) Er volgt een check of de klager ontvankelijk is, dat wil zeggen a) de klacht is ingediend binnen 1 jaar nadat de gedraging waarover de klacht gaat, heeft plaats gevonden, en b) de gedraging waartegen de klacht is gericht, is voldoende duidelijk omschreven;

3) Indien de klager ontvankelijk is, ontvangt de klager een schriftelijke ontvangstbevestiging van de klacht;

4) De Regio-Directeur behandelt de klacht, meestal door middel van een gesprek waarbij de klager en de beklaagde raadsonderzoeker aanwezig zijn. Vervolgens wordt een beslissing genomen, binnen 6 weken nadat de klacht is ingediend;

5) Indien de klager het niet eens is met de uitkomst, kan uiterlijk binnen 6 weken na de beslissing van de Regio-Directeur, de klacht worden ingediend bij de Externe Klachtencommissie.

6) De Externe Klachtencommissie geeft de klager en de beklaagde de gelegenheid hun zienswijze tijdens een zitting naar voren te brengen. De Externe Klachtencommissie geeft haar bevindingen en oordeel binnen 6 weken of binnen 10 weken (in geval van een zitting) af.

7) Als de klacht geheel of gedeeltelijk gegrond is verklaard, deelt de Raad binnen 4 weken aan de klager mee of, en zo ja, welke gevolgen de Raad hieraan binnen de organisatie verbindt.

8) De klacht kan binnen een jaar na ontvangst worden ingediend bij de Nationale Ombudsman.

Klachtenregeling 2019 

1) De schriftelijke klacht wordt via een formulier op de website van de RvdK ingediend (art. 3 lid 1 KR 2019);

2) Er volgt een check of de klager ontvankelijk is, dat wil zeggen a) de klacht is ingediend binnen 1 jaar nadat de gedraging waarover de klacht gaat, heeft plaats gevonden, en b) de gedraging waartegen de klacht is gericht, is voldoende duidelijk omschreven, en c) de klacht niet ziet op het algemeen beleid van de RvdK (art. 4 lid 2 sub c KR 2019);

3) Indien de klager ontvankelijk is, ontvangt de klager een schriftelijke ontvangtbevestiging van de klacht (art. 5 KR 2019);

4) De klachtadviescommissie behandelt de klacht, meestal door middel van een gesprek waarbij de klager en de beklaagde raadsonderzoeker aanwezig zijn. De klachtadviescommissie brengt binnen een termijn van 10 weken na ontvangst van de klacht een advies uit aan de directeur. Deze neemt het advies in principe over. De directeur stuurt de klager binnen 2 weken na ontvangst van het advies de beslissing op de klacht (Hoofdstuk 4 KR 2019 & art. 16 lid 1 KR 2019).

5) Indien de klager zich niet kan vinden in deze beslissing, kan de klager zijn klacht binnen een jaar na ontvangst van de beslissing voorleggen aan de Nationale ombudsman (art. 16 lid 2 KR 2019).

Praktijkervaringen 
Ik heb recent in een klachtdossier ervaringen opgedaan met de nieuwe klachtprocedure. Die ervaringen zijn over het algemeen positief:

Snelheid 
Allereerst voor wat betreft de snelheid van afhandelen van de klacht. Dit is echt een verbetering, Dit komt doordat de gang naar de Regio-Directeur is komen te vervallen. Mijn ervaring is dat de beoordeling door de Regio-Directeur zeer vertragend werkt: het duurt lang voordat er wordt beslist op de klacht. De gestelde termijn van 6 weken is in mijn klachtdossiers nog nooit gehaald.

De klachtadviescommissie kwam binnen een korte termijn met het advies aan de directeur van de Raad. De totale doorlooptijd van de procedure was daarmee aanzienlijk korter dan in de oude procedure.

Deskundigheid 
Daarnaast waren mijn ervaringen met de wijze waarop de klacht door de Regio-Directeur werd behandeld, zoals je al hebt kunnen lezen, niet positief. In die klachtprocedure werden mijn cliënt en ik zelfs weggelachen. De klachtadviescommissie daarentegen, bestaande uit meerdere personen die niet verbonden zijn aan de Raad, is deskundig, is goed voorbereid en gaf mijn cliënt in mijn meest recente klachtenprocedure het gevoel voor het eerst echt te worden gehoord.

Vereenvoudiging 
Door het wegvallen van de eerste toets door de Regio-Directeur is de procedure aanzienlijk vereenvoudigd. Het maakt wel dat het belang van het zorgvuldig opstellen en indienen van de klacht van groot belang is. Zoals hiervoor aangegeven in het schema, kan de klacht middels een formulier worden ingediend bij de Raad via de website. Dat formulier is aldus jouw klacht en moet alle punten bevatten waarover je wilt klagen. Een latere aanvulling is niet mogelijk.

Tip: 
Ik heb overigens in mijn recente zaak een klacht via email ingediend en aangegeven geen gebruik te zullen maken van het klachtformulier. Dat werd na overleg met de klachtfunctionaris geaccepteerd. Mocht je klacht groot zijn, dan adviseer ik je in overleg te treden over het indienen van de klacht per email.

Nadeel 
Ik heb wel de uiteindelijke afhandeling van de klacht door de directeur van de Raad als een nadeel ervaren (zie punt 4 in het schema). Het voelt toch als een ‘slager die zijn eigen vlees keurt’, ondanks dat in de klachtenregeling 2019 wordt aangegeven dat de directeur ‘in principe het advies over neemt’. In mijn dossier was dat niet exact het geval, hetgeen mijn cliënt toch een onplezierig gevoel gaf. Dit terwijl het belang van een onafhankelijke beoordeling belangrijk is, zeker in de precaire zaken die de raad behandelt. In mijn ogen was het veel beter geweest indien de klachtadviescommissie daadwerkelijk de bevoegdheid had gekregen een beslissing te nemen. Overigens was dit in de oude procedure niet heel anders: de Externe Klachtencommissie gaf haar bevindingen en haar oordeel over de klacht af. Vervolgens beoordeelde de Raad zelf of, en zo ja, welke gevolgen daaraan binnen de organisatie werden verbonden.

Conclusie 
Kortom: op de vraag ‘levert de nieuwe klachtprocedure een verbetering op?’ kan ik bevestigend antwoorden. Dat is vooral vanwege het feit dat de doorlooptijd van de klachtprocedures aanzienlijk is verkort. Die korte doorlooptijd is van groot belang omdat de uitkomst van de klachtprocedure van invloed kan zijn op een lopende procedure waarin de Raad is betrokken en de uitkomst van de procedure zelfs kan keren.

LEES OOK - Je ex plundert de spaarrekening van de kinderen – wat kun je daaraan doen? 

Klachtenanalyse van de Raad 
Ook uit cijfers van de Raad zelf blijkt dat het indienen van een klacht zinvol kan zijn, zie klachtenanalyse 2018: ieder jaar publiceert de Raad een analyse van de gevoerde klachtenprocedures. Uit de meest recente versie over 2018

  • 30% van de klachtonderdelen wordt (deels) gegrond verklaard;
  • 99% van de klachten betreft gezag- en omgangszaken, eventueel uitgebreid met een beschermingsonderzoek;
  • terugkerende leerpunten van de Raad zijn dat, net als in voorgaande jaren, een groot aantal gegrond verklaarde klachten gaat over het informeren en onderbouwen door de Raad. Terugkerend punt is dat een klacht gegrond wordt verklaard, niet op de inhoud en overwegingen van de Raad, maar op het onvoldoende vermelden of onderbouwen van het advies in het rapport.

Uit de klachtenanalyse uit 2016 is in aanvulling van bovenstaande nog als interessante bevindingen waar te nemen dat:

  • Bijna de helft van de ingediende klachten heeft betrekking op de inhoud van het onderzoek en het rapport. Een kwart van de ingediende klachten heeft betrekking op de houding van de raadsonderzoeker;
  • Het grootste deel van de gegrond verklaarde klachten heeft betrekking op het motiveren en het informeren door de Raad;
  • Veel voorkomende sancties zijn: een nieuw of aanvullend onderzoek, eventueel door een nieuw onderzoeksteam, het aanpassen van het rapport en het verzenden daarvan naar de behandelend rechter, excuses aan de klager.

Mijn conclusie 
Deze cijfers rechtvaardigen mijn conclusie dat het zinvol kan zijn om een klacht in te dienen tegen het onderzoek en/of het rapport van de Raad. Voor de beantwoording van de vraag of een klacht zinvol is, is een goede analyse van het raadsrapport nodig. In de zaken waarbij ik betrokken was, heeft dit behoorlijk wat tijd gekost. Echter, in die gevallen was dat wel de moeite (en de bijbehorende kosten) waard.

Ik wil daarmee zeker niet bepleiten om altijd een klacht in te dienen. Er zijn ook heel veel goede rapporten en adviezen. Sterker nog, in de meeste gevallen is er sprake van een goede rapportage maar een tegenvallend advies. Voor ouders is dat soms lastig te verteren.

Stel onze specialist een vraag!

Lees meer goede ideeën