Mijn debiteur is failliet, maar ik heb een stil pandrecht bedongen

MR. T.W. KONINGS

Advocaat ondernemingsrecht
Actueel Gepubliceerd op 02 februari, 2017

Mijn debiteur is failliet, maar ik heb een stil pandrecht bedongen

Stel u heeft geld uitgeleend aan een onderneming. Als zekerheid heeft u een stil pandrecht bedongen op de inventaris en voorraden van de onderneming. Bij een stil pandrecht blijft de onderneming (schuldenaar/pandgever) de feitelijke macht over de verpande zaken houden. Tijdens de looptijd van de geldlening failleert de onderneming. De lening is nog niet (volledig) afgelost. Wat nu? Bent u nu uw geld kwijt? Zijn er mogelijkheden om het pandrecht dat u heeft bedongen uit te winnen? Kan dat laatste überhaupt nog in een faillissement?

Openbare verkoop 
Om direct een antwoord te geven op de laatste vraag: Ja, dat kan! In de Faillissementswet is bepaald dat de pand- en hypotheekhouders hun recht kunnen uitoefenen alsof er geen faillissement was. Zij hebben een separatistenpositie. Dit houdt in dat wanneer de debiteur in verzuim is u als pandhouder, ondanks het faillissement, bevoegd bent om de verpande goederen openbaar te verkopen (paraat te executeren). Deze positie brengt, ten opzichte van andere schuldeisers in een faillissement, voordelen met zich mee. U hoeft niet mee te betalen aan de kosten van de curator en na de verkoop kunt u zich direct (u hoeft niet te wachten op het gereedkomen van de uitdelingslijst, hetgeen enige tijd in beslag neemt) op de opbrengst verhalen.

Mijn debiteur is failliet, maar ik heb een stil pandrecht bedongen

Afwijkende wijze van verkoop / oneigenlijke lossing 
Een openbare verkoop is de hoofdregel. U kunt echter met de curator een afwijkende wijze van verkoop overeenkomen. In plaats van een openbare verkoop worden de verpande goederen verkocht via bijvoorbeeld een onderhandse verkoop. De opbrengst is voor u, minus een met de curator overeen te komen boedelbijdrage (over het algemeen 10% van de opbrengst) en minus de aftrek van de bijzondere faillissementskosten (kosten die de curator specifiek heeft moeten maken voor deze wijze van verkoop). Deze zogenoemde oneigenlijke lossing is een praktische oplossing. Door deze wijze van verkoop worden onnodig tijdverlies en onnodige executiekosten voorkomen, terwijl de opbrengst, over het algemeen, hoger is nu de goederen onderhands kunnen worden verkocht. Indien u met de curator geen overeenstemming bereikt over een afwijkende wijze van verkoop dan kunt u zich met uw verzoek wenden tot de voorzieningenrechter. De voorzieningenrechter is een rechter voor spoedeisende gevallen, die op korte termijn beslissingen neemt. De voorzieningenrechter dient dan zijn toestemming te verlenen voor een afwijkende wijze van verkoop.
Naast de wijze van verkoop dient u in een faillissement met onder andere de volgende (mogelijke) situaties rekening te houden:

Termijn 
Mocht u als pandhouder, in de ogen van de curator, te lang wachten met het openbaar verkopen van de verpande goederen dan kan de curator u een termijn stellen. Het stellen van een termijn kan de curator doen in elk stadium van het faillissement. U dient vervolgens binnen deze termijn de goederen te verkopen. Indien de termijn is verlopen en u bent er niet in geslaagd de verpande goederen te verkopen dan kan de curator de goederen opeisen en deze zelf verkopen. Het recht om de goederen openbaar te verkopen komt dan te vervallen. U behoudt wel voorrang op de opbrengst. Hiervoor dient u uw vordering op de gefailleerde onderneming ter verificatie bij de curator in te dienen en u deelt mee in de omslag van de algemene faillissementskosten. Wanneer de opbrengst niet toereikend is kunt u voor het restant van uw vordering als concurrent schuldeiser opkomen. U dient hiervoor uw restvordering ter verificatie in te dienen bij de curator.

Afkoelingsperiode 
Het kan echter zo zijn dat de rechter-commissaris een afkoelingsperiode heeft afgeroepen. Een afkoelingsperiode houdt in dat u als pandhouder maximaal twee maanden na het uitspreken van de afkoelingsperiode uw separatistenpositie niet kunt uitoefenen, tenzij u een machtiging heeft van de rechter-commissaris. Met andere woorden: u kunt niet overgaan tot een openbare verkoop. Deze periode kan eenmalig met maximaal twee maanden worden verlengd.

Bodemvoorrecht 
Mogelijkerwijs heeft de failliete onderneming tevens een schuld aan de Belastingdienst. De Belastingdienst heeft in die situatie een bodemvoorrecht. Het bodemvoorrecht is een voorrecht van de Belastingdienst die op bepaalde goederen (wel: inventaris, niet: voorraden) hoger gerangschikt is dan een stil pandrecht op die goederen. In het geval van een faillissement kan de Belastingdienst zich met voorrang verhalen op de opbrengst van de verkoop van de goederen die onder het bodemvoorrecht vallen.

Stel onze specialist een vraag!

Lees meer goede ideeën