Direct advies
Whiplash: geen schadevergoeding als neuroloog geen beperkingen vaststelt?

MR. H. KORKMAZ

Advocaat aansprakelijkheid, verzekeringen en letselschade
Actueel Gepubliceerd op 22 februari, 2017

Whiplash: geen schadevergoeding als neuroloog geen beperkingen vaststelt?

In whiplashzaken wijzen verzekeraars schadevergoeding vaak af door te stellen dat het slachtoffer niet heeft bewezen dat het klachten en fysieke beperkingen heeft door het ongeval.  De (medisch adviseur van de) verzekeraar beroept zich daarbij echter op een juridisch onjuist criterium. Leg u zich daar niet bij neer, want vaak heeft u wel degelijk recht op schadevergoeding!

Direct advies

Bij whiplash is in het overgrote deel van de gevallen geen zichtbaar te maken letsel. Men spreekt dan ook van niet objectiveerbare klachten.
De cijfermatig belangrijkste schadepost is de zogenaamde schade wegens verlies aan verdiencapaciteit.  Of het slachtoffer door het ongeval arbeidsongeschikt is geworden en daardoor minder inkomsten uit arbeid genereert, houdt de gemoederen daarom erg bezig, zeker bij een relatief jong slachtoffer met een goed inkomen ten tijde van het ongeval.

Klachten en beperkingen zijn niet hetzelfde. Iemand met nek- en hoofdpijnklachten hoeft bijvoorbeeld niet fysiek beperkt  te zijn bij bijvoorbeeld betaalde werkzaamheden. Of dit het geval is, zal bijvoorbeeld afhangen van de intensiteit van de pijn. Tenzij daar al bij voorbaat overeenstemming over is, valt de vraag naar de arbeidsongeschiktheid van het slachtoffer uiteen in 3 deelvragen:

  1. Zijn er klachten door het ongeval?
  2. Leiden die klachten tot beperkingen?
  3. Leiden die beperkingen tot uitval in betaalde en onbetaalde werkzaamheden?

De vraag naar de klachten wordt bij whiplash bijna altijd aan een neuroloog opgedragen.
De verzekeringsgeneeskundige buigt zich vervolgens over de beperkingenvraag, aan de hand van zijn onderzoek van de betrokkene en de beschikbare medische informatie, waaronder het rapport van de neuroloog.

De arbeidsdeskundige tot slot maakt de vertaalslag van de beperkingen naar uitval: leiden de beperkingen waarvan uitgegaan moet worden tot uitval in betaalde werkzaamheden (schade wegens verlies aan verdiencapaciteit) of onbetaalde werkzaamheden (bijvoorbeeld in het huishouden en het kluswerk aan de woning).

LEES OOK - Geen dekking na oversluiten aansprakelijkheidsverzekering? Accepteer dat nooit zomaar! 

Als er geen beperkingen zijn, kan er dus ook geen vergoeding voor schade wegens verlies aan verdiencapaciteit worden gevorderd

Men zou denken dat dit een sluitend systeem is en dat op die wijze via de verschillende expertiserapporten wel naar voren moet komen wat daadwerkelijk de uitval van het slachtoffer is.

Waarom gaat het dan vaak mis in whiplashzaken?

Om daar een antwoord op te geven, moeten we terug in de tijd.

Situatie tot en vanaf november 2007: de “nieuwe” NVvN richtlijnen
Zoals gezegd, is het gebruikelijk dat in whiplashzaken de eerste expertise aan een neuroloog wordt opgedragen. Waar tot 2007 een neuroloog in het algemeen prima in staat was om de klachten beperkingen bij whiplash in kaart te brengen, bracht de nieuwe expertiserichtlijn van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie (NVvN) daar verandering in. In die richtlijn wordt namelijk als uitgangspunt genomen dat het postwhiplashsyndroom moet worden gezien als een chronisch pijnsyndroom zónder neurologisch substraat, dus zonder neurologische afwijkingen. Vanwege het ontbreken van dat neurologisch substraat kunnen en mogen volgens de richtlijn neurologen geen percentage functieverlies meer bij whiplash toekennen. De richtlijn zorgde voor veel beroering.

Hoe verzekeraars dit graag uitleggen

In de letselpraktijk werd de richtlijn door verzekeraars praktisch met gejuich ontvangen; hiermee was immers hun gelijk aangetoond dat het wel meeviel met die whiplashklachten Zij legden de neurologenrapporten die conform de richtlijn werden uitgebracht zo uit dat whiplash niet tot beperkingen zou leiden. Het oordeel van de neuroloog dat er geen beperking /functieverlies was door het ongeval, maakte immers zonneklaar dat het doek viel voor een whiplashslachtoffer om bijvoorbeeld zijn schade wegens verlies aan verdiencapaciteit vergoed te krijgen?

Hoe de rechter duidelijkheid gaf 

Het duurde even, maar zoals zo vaak bij dit soort belangwekkende vraagstukken, werd de kwestie via rechtspraak uitgekristalliseerd. De bron van die uitspraken is het wat oudere Zwolsche Algemeene/De Greef-arrest van de Hoge Raad van 8 juni 2011 (ECLI:NL:2001: AB2054). In dat arrest heeft de Hoge Raad duidelijk gemaakt dat aan een slachtoffer met moeilijk te objectiveren dan wel niet-objectiveerbare klachten geen hoge eisen mogen worden gesteld bij het bewijs van die klachten én bij het bewijs dat die klachten door het ongeval zijn veroorzaakt (het zogeheten causaal verband).

De eis dat van objectiveerbare stoornissen/afwijkingen sprake moet zijn, wordt door de Hoge Raad van tafel geveegd. De Hoge Raad vindt dat het tot op zekere hoogte voor risico van de veroorzaker van het ongeval komt dat het oorzakelijk verband tussen het ongeval en de klachten zich bij dat soort klachten juist niet rechtstreeks laat bewijzen en dat die klachten ook niet te herleiden zijn tot medisch vaststelbare afwijkingen.
Gaandeweg zijn in de lijn van dit arrest veel uitspraken gewezen, die duidelijk maken dat er door verzekeraars te vroeg is gejuicht. Die uitspraken leren het volgende:

Bewijs klachten

Het slachtoffer moet weliswaar de klachten bewijzen, maar het enkele feit dat sprake is van subjectieve gezondheidsklachten die niet kunnen worden geobjectiveerd, betekent volgens vaste rechtspraak niet dat het bewijs ervan niet geleverd kan worden.
Voldoende is dat objectief kan worden vastgesteld dat deze klachten:

  • aanwezig,
  • reëel,
  • niet ingebeeld,
  • niet voorgewend
  • niet overdreven zijn (zie bijvoorbeeld Rechtbank Overijssel 17 februari 2016, 2016, ECLI:NL:RBOVE:2016:997). Of aan deze criteria voldaan is, kan in de regel uit het expertiserapport worden afgeleid.
  • Bewijs causaal verband

Aan het bewijs vervolgens dat de klachten door het ongeval veroorzaakt zijn, mogen geen al te hoge eisen worden gesteld:

  • het ontbreken van een specifieke, medisch aantoonbare verklaring voor de klachten staat daarom niet in de weg aan het oordeel dat het bewijs van het oorzakelijk verband geleverd is.
  • Dat een neuroloog geen neurologisch substraat voor de klachten kan aanwijzen, is dus van generlei belang voor het bewijs van het juridisch causaal verband (zie bijvoorbeeld Rechtbank Arnhem 11 april 2012, ECLI:NL: RBARN:2012:BW4910.
  • Voor het bewijs dat de klachten door het ongeval zijn veroorzaakt en er dus causaal verband tussen het ongeval en de klachten bestaat, is voldoende:
  • Dat de klachten vóór het ongeval niet bestonden.
  • Dat de klachten door het ongeval kunnen zijn veroorzaakt
  • een alternatieve verklaring voor de klachten ontbreekt (zie bijvoorbeeld Hof ’s-Hertogenbosch 2 juli 2013, ECLI:NL:GHSHE:2013:2726)

Na het bewijs van de klachten en dat ze door het ongeval zijn veroorzaakt, kan vervolgens een verzekeringsgeneeskundige op basis van eigen onderzoek in combinatie met de medische informatie een overzicht van de beperkingen vaststellen.

LEES OOK – Whiplash anno 2024: hoe zit het echt met het bewijs?

Conclusie

Het is dus uitdrukkelijk níet zo dat het einde oefening voor de schadevergoeding van een whiplashslachtoffer betekent als de neuroloog het slachtoffer op neurologisch gebied niet beperkt vindt.   Er worden namelijk door de rechter geen strenge eisen gesteld aan het bewijs dat klachten als whiplash bestaan en door het ongeval zijn veroorzaakt. Geef u daarom niet gewonnen als u als whiplashslachtoffer dit soort verweren krijgt tegengeworpen.

Stel onze specialist een vraag!

Direct advies

Neem contact op met MR. H. KORKMAZ

Schakel JavaScript in je browser in om dit formulier in te vullen.

Lees meer goede ideeën